Maleisisch Borneo: Bario – Kelabit Highlands (3)

In de lucht beginnen we pas echt te beseffen hoe enorm de groene long onder ons wel is. Eén gigantisch groen tapijt met daartussen hier en daar de glinstering van een riviertje of waterval. In een mum van tijd hangen we boven het groene Kelabit-gebergte en maken we ons klaar voor de landing in Bario.

Infogram rechts

Dit reisverslag is er eentje uit de oude doos en is louter informatief. Gebruik het enkel om inspiratie op te doen.

De lokroep van Bario en de Kelabit Highlands

Bario Oude Vrouw
Oude vrouw in de rijstvelden rond Bario

Eenmaal terug in Miri nemen we het vliegtuig naar Bario. Deze vlucht is reeds op voorhand in België gereserveerd. De check-inn verloopt ietwat ongewoon. Elke passagier moet namelijk mét handbagage op de weegschaal. Er mag niet meer dan 10 kg aan bagage aan boord worden gebracht en normaal zou elke extra kilo extra centen kosten. Al mijn bagage samen weegt echter ruim 20 kg en toch moet er, afgezien van wat taksen, niets worden bijbetaald.
De Twin-Otter van Malaysia Airlines biedt plaats aan 18 personen en vertrekt op tijd. In de lucht beginnen we pas echt te beseffen hoe enorm de groene long onder ons wel is. Eén gigantisch groen tapijt met daartussen hier en daar de glinstering van een riviertje of waterval. In een mum van tijd hangen we boven het groene Kelabit-gebergte en maken we ons klaar voor de landing in Bario.

Centraal gelegen in de Kelabit Highlands is Bario hét uitgangspunt voor trektochten in het wilde binnenland en voor ontmoetingen met de Penan. Het is een pittoresk, levendig dorpje temidden van prachtige groene heuvels en rijstveldjes waar je altijd weer opnieuw vriendelijk begroet wordt door de inwoners. Het aanzienlijk koelere bergklimaat biedt je de kans om je ‘centrale verwarming’ wat te regulariseren, maar de nachten kunnen er flink koud worden.  Er zijn géén banken, er moet op voorhand voor een ruime geldvoorraad gezorgd worden. Een bescheiden luchthaventje maakt het gebied snel toegankelijk.

Accommodatie :

Er is tegenwoordig een ruime keuze aan homestays. Wij verbleven er in ‘Tarawe waar we veel info kregen over alle mogelijke wandelingen in het gebied. Ze leveren indien gewenst ook volledig verzorgde trekkings, dragers en gidsen. Onze ervaring is echter dat dit al snel een nodeloos dure bedoening wordt ! Het eten en drinken is niet bepaald goedkoop maar de prijs per persoon voor een kamer met een gemeenschappelijk bad valt dan weer aangenaam mee.

Trektochten in de nabije omgeving :

  • PA UMOR :
    …een Kelabit longhouse gelegen aan een oude airstrip, niet bijzonder aantrekkelijk. Wanneer je de landingspiste volgt tot voorbij het dorp kom je terecht in enkele prachtige rijstvelden en krijg je een mooi uitzicht op de omgeving. Het is zeer gemakkelijk om contacten te leggen met de lokale bevolking en ze laten zich graag fotograferen. De tocht naar dit longhouse duurt slechts een tweetal uurtjes maar onderweg loop je wel voortdurend in de brandende zon, er is vrijwel geen schaduw om even te bekomen. Een goede zonnecrème is noodzakelijk.
  • PA BERANG :
    …een Penan-nederzetting en een bezoek meer dan de moeite waard. Er is een mogelijkheid om te overnachten maar dit is niet noodzakelijk. De gehele tocht kan in een dag worden afgewerkt. Een wandelschema kan bekomen worden in de homestay. Indien gewenst wordt voor een lunchpakket gezorgd.

Meerdaagse trektochten

…vereisen degelijke gidsen en eventueel dragers. Het zijn meestal uitputtende en mentaal niet te onderschatten wandelingen doorheen dikke primaire oerwouden waar honderden bloedzuigers op de loer liggen. Als het heeft geregend is de chaos compleet. Kleiachtige en glibberige slijkpoelen maken het er niet gemakkelijker op en de extreme luchtvochtigheid geeft je amper de kans om te ademen. Wees gerust dat je conditie zwaar op de proef wordt gesteld.

Het vinden van een gids/drager :

In de meeste homestays zal men met plezier trektochten op maat uitstippelen maar het drijft de prijs wel omhoog. Je kan het evengoed zelf regelen door op zoek te gaan naar een gids in Pa Lungan (ca. 3 uur van Bario).

Philip Lenjau alias Liang Ayu is een ervaren en doodbrave man die graag zijn diensten aanbiedt als gids en drager. Hij heeft zin voor organisatie en spreekt verstaanbaar Engels. Iedereen in het dorp Pa Lungan kent hem en het mag dus geen probleem zijn om hem aan te treffen. Philip zorgt eveneens voor de voedsel- en drankvoorraden. Het is veel goedkoper om alles rechtstreeks met hem te regelen.

  1. PA TIK :
    …is een primitieve Penan-nederzetting en vanuit Bario in een viertal harde dagen bereikbaar. Bij zware regenval is er geen beginnen aan, de paden zullen onbegaanbaar zijn en de vloten bloedzuigers maken je gegarandeerd het leven zuur. Deze tocht kon door ons niet worden gedaan.
  2. BA KELALAN :
    …een lieflijk bergdorpje in twee à drie dagen te bereiken via Pa Ukat, Pa Lungan en Pa Rupai (Kalimantan). Er dient rekening gehouden met een eerste overnachting in Pa Lungan en een tweede in een openlucht jungle-shelter. Ook deze trekking is niet te onderschatten en stelt het uithoudingsvermogen op de proef.

Routebeschrijving Bario – Ba Kelalan :

Rond het middaguur worden we in onze homestay opgepikt door onze gids Liang Ayu en twee extra dragers, Tony en Stewart. Ze wonen allen in Pa Lungan waar we onze eerste nacht zullen doorbrengen in de woning van Liang. Het eerste deel is niet zwaar maar na drie uren stappen begint het flink te regenen en maakt het pad van het ene moment op het andere glibberig en verraderlijk. Het longhouse van Pa Lungan komt in zicht na 3,5 uur. We krijgen een nette kamer met drie matrassen en een muskietennet. Er is voldoende plaats om onze doorweekte kleren een beetje te laten drogen.

Het pittoreske dorpje telt zo’n 180 Kelabit-zielen, allemaal goedlachse en gastvrije mensen. Liang en zijn echtgenote zijn goede koks, dat wordt al snel duidelijk als we uitgenodigd worden in zijn woonkamer voor het avondeten : rijst met stevig gekruid vlees en groenten. Als het stopt met regenen en het wolkendek opentrekt vormen de ondergaande zon en de zware lucht een adembenemend contrast met de groene pracht van het dampende oerwoud.

Die avond, terwijl we bij het kaarslicht worden geplaagd door horden kakkerlakken en muskieten, vertelt Liang ons dat we morgen een zware dag tegemoet gaan. Het pad van Pa Lungan naar Pa Rupai, over de grens met Indonesisch Kalimantan, loopt doorheen primaire jungle en is berucht omwille van zijn bloedzuigers.
“Tomorrow you will donate some of your blood to the leeches!”voegt hij er nog grijnzend aan toe. De vraag is niet of er bloedzuigers zijn, wel of het er veel of weinig zijn. Ongelukkig genoeg heeft het de laatste tijd al flink geregend en hier zijn de brave beestjes juist gek op zodat ze allemaal tegelijk een stapje in de wereld willen zetten.

Bloedzuigers

De volgende morgen om 08.00 uur besluiten we goedgeluimd te vertrekken. Al na vijf minuten melden de eerste bloedzuigers zich aan. Ze klampen zich vast aan de schoenzolen en kruipen langzaam omhoog op zoek naar warmte. Het minste gaatje is voldoende om zich doorheen te murmelen en hun ding te doen. Vanzelfsprekend is de bovenrand van de schoen delicaat terrein want eenmaal binnen zal een sok de beet van het beestje niet tegenhouden.
Het schijnt te helpen om de bovenkant van de sokken en de schoenen dik in te smeren met insectenwerende middelen. Een andere en doeltreffende oplossing is de broek in de sokken te steken en de overlapping in te tapen met brede plakband hierbij de bovenrand van de schoenen niet te vergeten. Zo geraken ze in géén geval binnen in de schoenen.

Wanneer je even stilstaat en de grond observeert zal je merken dat je al snel wordt omsingeld door kruipende regenwormachtige ondingen. Door een ritssluiting in de broekspijpen slaagde een exemplaar erin om ongemerkt het dijbeen van m’n reisgezel te bereiken.
De beet voel je niet en doet geen pijn. Al snel kleurt de broek rood van het bloed, het wondje blijft namelijk langdurig bloeden omdat er een antistollingsmiddel wordt ingespoten. Afgezien van het feit dat het geen apetijtelijk zicht is, is er geen reden voor bezorgdheid. Na een tijdje raak je eraan gewend. Door even een vlammetje (aansteker of lucifer) te gebruiken kiest de boosdoener onmiddellijk het hazepad. In verscheidene steden kan je zogenaamde ‘bloedzuigersokken’ kopen die voeten en kuiten tot onder de knieën beschermen tegen beten.
Of je kunt ze vooraf online vinden op www.bloedzuigersokken.nl.

…en weer verder

Het pad is enorm slijkerig en de begroeiing erg dicht. De eentonigheid van de omgeving (bomen en struiken), de vreselijk drukkende hitte en de permanente afwezigheid van enige vorm van dierlijk leven werkt ongunstig op het zenuwstelsel en de vermoeidheid neemt soms ernstige vormen aan.

De zeldzame Rafflesia bloem

Plotseling wijst Liang ons op de aanwezigheid van een prachtig exemplaar van de zeldzame Rafflesia. We moeten een twintig-tal meter van het pad af om de grootste en zeldzaamste bloem ter wereld van naderbij te bekijken. De prachtige rode bloem heeft een diameter van ongeveer dertig centimeter en is op het hoogtepunt van de bloei. De Rafflesia kan echter wel tot één meter breed worden en bloeit slechts drie dagen per jaar. Het is erg toevallig om in het wild een exemplaar te vinden en het maakt onze dag toch weer goed. Na zes uren zweten en vloeken bereiken we uiteindelijk uitgeput de schuilplaats, een oud houten geraamte temidden van een reuzebamboebos.

De schuilplaats is niet meer dan de resten van het oude Pa Lungan dat werd verlaten na de Britse kolonisatie. Afgezien van dit houten hok is er geen enkel spoor meer van het oude dorpje. Mijn reisgezel komt bij het uittrekken van z’n laarzen tot de lugubere vaststelling dat nog meer bloedzuigers hem te pakken kregen. Sokken en onderkant van de broek zijn doorweekt van het bloed. Gelukkig ben ikzelf gespaard gebleven door de beschermende tape.

Buiten slapen in de jungle

Het vallen van de avond is een vreemde ervaring als je beseft dat je open en bloot temidden van een primair regenwoud de nacht moet doorbrengen. We bereiden ons voor op een aanval van diverse eskadrons insecten maar vreemd genoeg beperkt het zich tot enkele vervelende muskieten en kevers. Een muskietennet en een ligmatje zijn handige attributen.
Liang vertelt over de Penan en hun ongelijke strijd tegen de Maleisische regering en de voortdurende boskap. De cicaden beginnen al snel met hun luidruchtige en schrille concerten en houden de slaap wat langer achterwege. Dieper de nacht in komt onverwacht ook de kou nog een woordje meespreken en een sweater of lichte pullover in de rugzak is geen overbodige luxe.

Om 08.30 uur ‘s ochtends vertrekken we naar het Indonesische Pa Rupai. We doorkruisen het gebied van de Gunung Murud, met zijn 2.423 m tevens de hoogste piek is Sarawak. Het aanhoudende klimmen en dalen en de plaatselijk schier onbegaanbare slijkpaden maken de tocht loodzwaar. Het is mogelijk de top in de trektocht te betrekken maar hiervoor is een extra dag en een serieuze fysieke conditie vereist.

Eventjes Indonesië binnenwippen

Kalimantan
Tafereel in Pa Rupai, Kalimantan

De grens met Kalimantan wordt gevormd door een heuvelrug en is gemarkeerd met een betonnen paal. Er is in de hele omgeving geen mens te bespeuren. Wel krijgen we voor de eerste maal de roep van de legendarische neushoornvogel te horen. De inboorlingen geloven dat er een bericht van hogerhand op komst is als een neushoornvogel overvliegt. Enkele Gibbons gooien zich hoog boven ons van de ene boomtop in de andere.
Na vier harde uren worden we hartelijk verwelkomd door de inwoners van Pa Rupai en het pittoreske dorpje biedt een welkome verademing. Een simpel middagmaal wordt genuttigd in één van de smetteloos onderhouden houten hutjes. Je kan er als het ware van de vloer eten. Ondertussen komt een fikse regenbui roet in het eten gooien en vertraagt ons vertrek naar Ba Kelalan.

Grenscontroles

Eenmaal terug aan de grens met Sarawak moeten we een legerpost passeren waar onze paspoorten worden opgevraagd. Alle namen worden in een boek genoteerd en over permits wordt helemaal niet gepraat. Onze gids geeft ons de raad om camera’s weg te stoppen in de rugzak omdat enkele soldaten zich soms aan corrupte praktijken durven wagen. Er zijn gevallen bekend waar toeristen hun toestellen dienden af te geven tenzij er werd betaald. In ons geval is er van zulk probleem geen sprake, de wetsdienaars zijn ons goedgezind. Wel wordt ons gevraagd of we niet geïnteresseerd zijn in een fles whisky. Het verkopen van drank schijnt ook een bijverdienste te zijn van deze heerschappen.

…En zo komen we zonder al te veel problemen terug in Sarawak terecht. Van de legergrenspost naar Ba Kelalan moet, al naargelang de staat van het terrein, nog eens vier uur overbrugd worden. Alles gaat of staat met de vraag of het onlangs heeft geregend of niet. Bloedzuigers hebben zich sinds Pa Rupai niet meer getoond en het landschap wordt stilaan vriendelijker en gastvrijer. De ruige heuveltop maakt plaats voor groene weiden en rijstveldjes.

Ba Kelalan en Lawas

Ba Kelalan ligt prachtig gesitueerd temidden van groene heuvels en regenwoud. Het is een ideale plaats om tot rust te komen en een ware verademing na een zware trekking en we besluiten hier dan ook twee dagen verblijven.
Van hieruit kan je naar Lawas vliegen of indien het vliegtuig is volgeboekt een jeep nemen.

Aan de horizon zien we enkele legertenten opdoemen en voor we Ba Kelalan binnentreden moeten alweer de paspoorten worden getoond. De soldaten hebben al snel opgemerkt dat we er niet meer bepaald kiplekker uitzien en bieden ons een karaf koude thee aan. Ook hier wordt niet naar onze permit gevraagd (die hebben we trouwens niet). De vriendelijke heren wijzen ons de weg naar de coffee-house waar we een frisse pint bier kunnen krijgen. Dit is momenteel het enige wat nog telt voor mijn uitgeput lichaam. Liang, Tony en Stewart genieten maar al te graag mee. We nemen afscheid en geven hen graag nog wat extra medicijnen mee.

Met het vliegtuig naar Lawas

Het komt maar zelden voor dat een vliegtuig niet komt opdagen, de landingsbaan is van zo’n goede kwaliteit dat er zelfs bij zware regenval kan geland worden. Telkens een vliegtuig landt heerst er een gezellige drukte rond de landingsbaan. Je komt er gemakkelijk in contact met de bevolking. Zitplaatsen voor de vlucht naar Lawas werden reeds in Bario gereserveerd. Meestal vormt het geen probleem om ter plaatse nog een plaats te bemachtigen want de toestellen geraken zelden vol.

Lawas is niet meer dan een aanknopingspunt naar Kota Kinabalu in Sabah. Een overnachting is overbodig want de stad heeft helemaal niets te bieden. Er zijn verschillende mogelijkheden om in Kota Kinabalu te geraken : vliegtuig, bus of taxi. Jammer genoeg is er slechts één direkte bus ‘s morgens.

Interessante websites :

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *